Ik ben al een hele tijd niet meer op wandelweekend geweest. De laatste keer was in september, toen ik nog in het zonnetje naar Haarlem liep. Het werk had me een beetje ingehaald, en ik heb zelfs twee keer een weekend geannuleerd. Het is dus hoog tijd om weer eens lekker weg te gaan. Ik zie een NS-wandeling op ns.nl die ik nog niet heb gelopen, en ik boek een hotel.
De wandeling die ik kies gaat van Borne naar Almelo. Ik boek een mooi hotel in Almelo en overweeg even om de wandeling om te keren. Uiteindelijk besluit ik, op het moment dat ik vertrek, gewoon in Almelo door te treinen naar Borne en terug te lopen.
De wandeling zelf is deze keer niet bijzonder. De route voert me voornamelijk langs weilanden, polders en slootjes, met hier en daar een boerderijtje. Het feit dat ik al zo lang niet ben wezen wandelen, merk ik wel: mijn hoofd zit vol met gedachten aan werk en andere zaken. Het duurt lang voordat ik in rust of ‘reset’-modus kom.
Omdat het de afgelopen dagen veel heeft geregend, is het terrein op veel plaatsen enorm drassig. Tegen het einde vormt dat nog een flinke uitdaging of zelfs bijna een probleem.
Ik heb inmiddels al vele lange stukken langs een rivier afgelegd, wanneer de berm echt onbegaanbaar wordt. Op het stuk waar ik langs zou moeten, zijn enkele jongens zelfs al spelend een dam aan het bouwen, omdat de berm simpelweg ophoudt te bestaan. Ik besluit daar een stuk van de route af te wijken. Iets later, na een stuk langs een autoweg te hebben gelopen, weet ik weer op het oorspronkelijke lijntje in de GPX-app terug te komen. Omdat ik pas om 13.10 ben gaan lopen, merk ik dat ik steeds waakzamer op de tijd begin te letten terwijl ik Almelo nader.
Als ik een heel stuk langs een veld loop, met aan mijn rechterzijde een sloot, zie ik op de app dat ik deze lijn recht kan blijven volgen tot ik Almelo inloop. Dat is makkelijk, want ik kan ook geen kant op verder. Dan kom ik ineens bij een hek, waar normaal gesproken aan de rechterkant een poortje of zigzagopening zit om wandelaars door te laten. In dit geval is die opening afgezet met schrikdraad, dat doorgetrokken is vanaf de draad langs de sloot. Er hangt een bordje: “Kwetsbaar gebied. Niet betreden.” Dat is fijn. Inmiddels is het bewolkt aan het worden en begint het te schemeren. Ik doe wat ik normaal nooit zou doen: ik klim over het hek heen. Ik bedenk me dat ik over zo’n 100 meter door dit gebied heen ben en praktisch de rand van Almelo zal bereiken.
Eenmaal over het hek loop ik zo’n 100 meter verder, totdat ik bij het volgende hek kom waar ik het kwetsbare gebied weer zal verlaten. Alleen ligt er nu een enorme plas voor me. Niet van het type waarbij je met natte voeten wegkomt, maar echt een waterpartij waarin je zou moeten zwemmen. Ik begin toch wat zorgelijk om me heen te kijken en zie dat ik naar links kan uitwijken. Aangezien ik geen andere optie zie, loop ik een stuk om en maak een bocht door zeer drassig gebied. Na een tijdje bereik ik gelukkig een weiland met enkele paarden. Daar moet ik nogmaals over een hek klimmen, maar sta dan eindelijk weer in ‘toegestaan’ gebied. Door de omweg die ik heb moeten maken, ben ik opnieuw van mijn route af. Via een redelijke omweg kom ik uiteindelijk langs een autoweg, die me via een lang en saai stuk Almelo in brengt. Ik ben nu allang blij dat ik niet in het donker door de drassige polder langs een sloot hoef te zwerven.
Ik arriveer op de grens tussen schemer en donker bij het hotel en ben oprecht opgelucht. Ik heb twee nachten geboekt in het De Valk Theaterhotel Almelo, en het is bijna meer een resort dan een hotel. Het inchecken verloopt buitengewoon snel en prettig, en ik ga naar mijn kamer. Dat is nog even zoeken, want ik heb een kamer met balkon aan de kant van het landgoed ernaast (Gravenallee), maar die is niet via de grote trap en lift in de ontvangsthal te bereiken. De kamer zelf is erg ruim en fijn ingericht. Ik fris me op, kom even tot rust en besluit daarna in een van de vier restaurants van het hotel te kijken of ik daar kan dineren. Dat kan, en ik krijg een fijne tafel waar ik geniet van tomatensoep, gevolgd door biefstuk met seizoensgroenten, friet en salade.
Na het eten ga ik terug naar mijn kamer, waar ik nog even ontspan met het lezen van een boek en het kijken van een film. De wandeling zit er weer op, en ik ben aangekomen op mijn bestemming! Ik ben benieuwd wat morgen brengt, als ik de stad in ga.